L’exigence de légalité

17 décembre 2018, Maison des parlementaires

L’exigence de légalité sous-tend des pans entiers du droit public.
Consacrée, selon des formulations différentes, dans de nombreuses dispositions constitutionnelles, elle a nettement contribué à la tonalité libérale de la Constitution de 1831. Face à l’accélération du temps juridique, à la construction européenne et à la montée en puissance du pouvoir exécutif, la légalité est, depuis plusieurs décennies, sous pression. Le cadre forgé de longue date par la jurisprudence et la doctrine pour circonscrire les délégations tend à s’assouplir. Cette évolution est toutefois loin d’être linéaire et uniforme dans les différentes branches du droit. Si le principe connaît un net reflux pour certaines matières, il se trouve au contraire raffermi pour d’autres.

Rassemblant une équipe de juristes, praticiens et théoriciens, francophones et néerlandophones, à l’initiative du Centre interdisciplinaire de recherches en droit constitutionnel et administratif (CIRC) de l’Université Saint-Louis – Bruxelles, ce colloque articule des approches sectorielle et transversale pour faire le point sur la portée concrète de la légalité, matière par matière, et revisiter à frais nouveaux la théorie constitutionnelle autour de cette exigence. Le colloque propose plus largement une réflexion sur la pertinence de ce principe aujourd’hui au regard des mutations de la démocratie parlementaire.

De vereiste van legaliteit ligt ten grondslag aan grote delen van het publiek recht.
Bekrachtigd, volgens verschillende formuleringen, in vele grondwettelijke bepalingen, heeft ze duidelijk bijgedragen aan de liberale toon van de Grondwet van 1831. Geconfronteerd met de versnelling van de juridische tijd, de opbouw van Europa en de opmars van de uitvoerende macht staat de legaliteit echter al enkele decennia onder druk. Het kader dat lang geleden door de rechtspraak en de rechtsleer werd gesmeed om delegaties te beperken, wordt stilaan soepeler. Die ontwikkeling is echter verre van rechtlijnig en uniform in de verschillende rechtstakken. Terwijl het beginsel in sommige materies een duidelijke teruggang kent, wordt het voor andere versterkt.

Dit colloquium, dat een team van Nederlandstalige en Franstalige juristen ,mensen uit de praktijk en theoretici verenigt op initiatief van het Centre interdisciplinaire de recherches en droit constitutionnel et administratif (CIRC) van de Universiteit Saint-Louis – Bruxelles, brengt sectorale en transversale benaderingen naar voor om per materie de balans op te maken van de concrete draagwijdte van de legaliteit en om de grondwettelijke theorie rond deze vereiste met een frisse blik te herbekijken. Het colloquium eindigt met een denkoefening over de relevantie van dit beginsel op de dag van vandaag in het licht van de veranderingen van de parlementaire democratie.